Armoede en rechteloosheid maken je geen tweederangs mens.
Iedereen doet mee betekent ook: iedereen doet mee!
“lnclusieve stad betekent: iedereen doet mee. Iedereen doet mee betekent ook iederéén doet mee. Maar ik zie aan de onderkant een heleboel mensen afvallen. Mensen die er eigenlijk niet meer bij horen. Mensen met schulden, met beperkingen, mensen die geen recht hebben om hier te verblijven.” “ik zie ook, met mijn pet van de toegankelijke stad op dat nog veel plekken in Breda helemaal niet bereikbaar zijn voor mensen met een beperking, Als je gaat bouwen, hoor je jezelf de vraag te stellen: Kan iedereen erbij? Kan er een rolstoel komen? Zijn de deuren breed genoeg. ls er een toegankelijk toilet? Weet je waar in Breda die toiletten vindt? In de fietsenstalling! En eentje in het Valkenberg.”
Wilbert Willems is en blijft kritisch. Toch sleepte Breda eind vorig jaar nog een Europese prijs, de ‘Acces CityAward’, in de wacht voor zijn betrokkenheid en volgehouden beleid om de stad toegankelijk te maken voor mensen met een beperking, Het kan altijd beter, natuurlijk. Willems is oud-wethouder van Breda. Hij was twee perioden Tweede Kamerlid, eerst voor de PSP en later voor GroenLinks. Sinds januari van dit jaar is hij, behalve bevorderaar van een voor ieder fysiek toegankelijke stad ook bestuurder van het Mondiaal Centrum Breda.
Het gesprek gaat over inclusiviteit. Armoede en rechteloosheid maken je geen tweederangs mens, opent Willems. Vluchtelingen, ook zij die een uitspraak van een rechter hebben, behandel je netjes. “Al was het maar vanwege de fouten die in een op drie procedures worden gemaakt, waardoor iemand alsnog een verblijfsvergunning toekomt. Er worden inschattingsfouten gemaakt. Natuurlijk moeten er grenzen zijn, je moetje niet laten bedonderen.” Wat hij maar zeggen wil: ga een beetje respectvol en zorgvuldig metdeze mensen om. En geef als agent van politie die Afghaan niet meteen een boete, wanneer hij zijn ‘Action-hengeltje’ van een tientje in de Aa of Weerijs heeft laten zakken. “Die man had nog nooit van een visvergunning gehoord. Waarschuw zo iemand, deel niet meteen een prent uit.” Een andere vluchteling, uit Kongo, was slechter af. Die reed op zijn fiets door een rood verkeerslicht. Even later zat hij gevangen in een uitzetcentrum in Rotterdam. “Dan kijken ze niet naar het pasje wat ze van ons krijgen, nee, ze brengen hem meteen naar Rotterdam. Daar heeft ie drie maanden in de gevangenis gezeten, ze konden hem niet uitzetten. Die is dus weer terug bij ons. Maar hoe, denk je?” “Ik vroeg laatst aan mijn tandarts: mag ik een ongedocumenteerde naar je toe sturen? Ja, dat mocht wel, maar voor ongedocumenteerden hebben we geen tandheelkundige voorzieningen. Geen vergoeding dus, want dat is verboden door de regering. Moet je dus potjes zoeken. Gelukkig hebben we hier een heel breed netwerk, met name met de kerken. Hun fondsen, daar bestaan we van. Want we krijgen geen cent subsidie van de overheid.” “Dit zijn ook Bredase mensen, mensen die hier wonen. Ongedocumenteerden zijn nu aangewezen op allerlei illegale plekken, sinds Vluchtbed is gesloten. Voor hen moeten we toch ook netjes kunnen zorgen. Zij doen ook mee. En ze dragen allemaal verhalen of problemen met zich mee.“ “Daarnaast komen hier statushouders, mensen dus met een verblijfsvergunning, die geen Nederlands spreken. Die willen aan slag met gezinshereniging, die willen werken. Anderen hebben problemen met hun kinderen of relatieproblemen. Dat is best een grote groep. De gemeente betaalt maximaal drie maanden begeleiding, daarna is er drie maanden steun van een buddy. Dat is wat ze financieren. Dat die mensen nog twee jaar in de problemen kunnen zitten, bedenkt niemand. We hebben hier een mevrouw die Arabísch spreekt. Die tolkt al heel lang als vrijwilligster. Wij vragen al een jaar om die mevrouw te betalen. Zegt de gemeente alleen voor statushouders die na 2017 zijn gekomen is er geld.” De overheid onderschat problemen van sommige statushouders en asielzoekers, vindt Willems. “En daar zitten risico’s aan. Want ook omdat wij in Nederland hen niet helpen, raken die mensen in de war. We hebben hier mensen die volledig in de stress zitten door de procedures, de bureaucratie. Er zat hier iemand te wachten op een uitspraak van de Raad voor de Kinderbescherming. Dat duurde zes maanden. ln die zes maanden kunnen ze niks, hebben ze geen status, kunnen ze ook niet terug.” “Mensen met dat soort lang slepende, persoonlijke sores gaan gekke dingen doen, gaan verward gedrag vertonen en dan krijg je vervolgens dat er via de media weer het beeld wordt geschapen: vluchtelingen, dat zijn gevaarlijke mensen Nee, fout! We hadden die mensen beter moeten helpen! Ik zie het ook bij mensen met een beperking, een chronische kwaal, mensen die dement worden. Die zijn vandaag de dag vaker op zichzelf of hun directe omgeving aangewezen. Maar veel mensen zijn echt niet in staat, die hebben geen hulp van een netwerk.”
Willems is gepassioneerd bestuurder, van onder meer het Mondiaal Centrum in Breda. maar ook een politiek dier. Hij vindt dat de gemeente Breda te veel aan de markt overlaat en te weinig zelf regie voert op belangrijke onderwerpen in de samenleving. “Elke gemeente heeft best ook ruimte om eigen beleid te voeren op dit terrein. Dat is een kwestie van politieke wil. Wat dat betreft is hier een hoop te doen. Breda is voor sommige groepen een minder sociale en een minder inclusieve stad. Want er lijken hier geen sociale problemen te zijn. maar die zijn er wel degelijk. De kerken zien het. de GGZ heeft zijn verwarde mensen. Ze zitten hier voor de deur op het bankje. Je ziet hen wel. Als je hen maar wílt zien.”